Nieuws
Jongeren komen weer terug naar de bioscoop en driekwart van het filmpubliek dat een Nederlandse film bezoekt, is vrouwelijk. Dat zijn enkele onderzoeksresultaten uit de Bioscoopmonitor van Stichting Filmonderzoek waarin jaarlijks de filmconsumptie en het bioscoopbezoek van Nederlanders in kaart wordt gebracht.
De Bioscoopmonitor 2014/2015 laat vooral een continuering van de huidige situatie zien. Wat betreft het aantal bezoeken en de demografische kenmerken is het bioscoopbezoek stabiel gebleven. Nog steeds gaan vooral vrouwen, stedelingen, scholieren, studenten en hoger opgeleide Nederlanders het meest naar de bioscoop. Bij filmtheaters waren dat wederom de afgestudeerde wo’ers en de hoogste sociale klasse. Ook hebben de leeftijdsgroepen van 16-23 jaar en van 40-54 jaar nog steeds de grootste marktaandelen en ligt de gemiddelde leeftijd van de filmtheaterbezoeker hoger dan die van bezoekers van commerciële bioscopen. Jongeren gaan daarbij veel vaker naar de bioscoop (gemiddeld 6,6 keer per jaar) dan bijvoorbeeld 65+ers (1,5 keer per jaar).
Ook de leeftijdsverdeling is grotendeels stabiel. Echter, onder jongeren fluctueert het bereik sterk. De bezoekfrequentie van de groep 16- tot 23-jarigen is na een sterke daling in 2013 weer gestegen in 2014, maar van de 24- tot 29-jarigen is die juist gedaald. Deze laatste groep voelt zich ook beduidend minder aangetrokken tot Nederlandse films dan in de jaren daarvoor. Kinderen zijn wel veel bereikt: driekwart van de 6- tot 11-jarigen ging minimaal eenmaal naar de film. Bij de 12- tot 15-jarigen was dat 81%.
Het bioscoopbezoek is in Nederland vaak incidenteel. Ongeveer de helft van de Nederlanders gaat minimaal één keer per jaar, en daarvan gaat het merendeel slechts één tot vier keer per jaar (80%). De Nederlandse film, waarvan het aandeel groeide tot 20,9% (6,4 miljoen kaartjes), trekt een breed publiek dat is opgebouwd uit diverse sociale klassen en leeftijdsgroepen. Daarbinnen domineren de vrouwen: drie kwart van de kaartjes voor een Nederlandse film wordt gekocht door een vrouw.
Ruim 80% van de bioscoopbezoekers van 16 jaar en ouder is actief op social media. Marketeers van bioscopen en distributeurs wilden meer inzicht hebben in de manier waarop consumenten omgaan met social media. Daarom is dit jaar ook onderzocht in hoeverre bioscoopbezoekers actief zijn op social media en welke uitwerking social media berichten van bioscopen op hen hebben. De groep die social media gebruikt kent dezelfde kenmerken als het filmpubliek, en vereist dus niet een specifiek andere doelgroepbenadering. Naar voren kwam onder meer dat mensen alleen geneigd zijn om berichten te liken of te delen wanneer ze de bron deskundig achten of betrouwbaar, zoals hun eigen vrienden. Daarbij zijn jongeren vooral dol op winacties. Ook bleek dat mensen de social media sites van vertoners en distributeurs vooral volgen omdat ze op de hoogte gehouden willen worden en informatie over films en filmevents willen volgen. Het is raadzaam om als vertoner of distributeur niet vaker dan twee maal per week een bericht te plaatsen over hetzelfde onderwerp. Dit blijkt averechts te werken omdat het ergernis opwekt bij het beoogde publiek.
In opdracht van de Nederlandse Vereniging van Bioscopen en Filmtheaters (NVBF) en de Nederlandse Vereniging van Filmdistributeurs (NVF), brengt Stichting Filmonderzoek jaarlijks de filmconsumptie en het bioscoopbezoek van Nederlanders in kaart. Hiervoor worden elk kwartaal metingen verricht middels enquêtes die zijn uitgezet in een panel van CentERdata, een onderzoeksinstituut dat is gelieerd aan de Universiteit van Tilburg.
Bekijk de hele Bioscoopmonitor op http://issuu.com/filmonderzoek/docs/bioscoopmonitor_20142015_def